Overslaan en naar de inhoud gaan

Porseleinkaart

Oktober 2025

Porseleinkaart van de pianofabriek van Jean-Joseph Florence in Brussel
Porseleinkaart van de pianofabriek van Jean-Joseph Florence in Brussel, Gebroeders Carbote, 1847-1851, MIMICO.2004.007.048

Porseleinkaarten werpen een fascinerende blik op de geschiedenis van visite- en reclamekaarten uit de 19e eeuw. Ze werden vooral professioneel gebruikt en toonden het beroep van de eigenaar op een gestileerde en artistieke manier. De kaarten waren rijkelijk versierd en boordevol informatie, waardoor ze kunnen worden beschouwd als opvallende communicatiemiddelen.

Het MIM bezit een collectie van 61 porseleinkaarten die allemaal verband houden met de muziekwereld: van fabrieken en werkplaatsen tot docenten, stemmers en muziekgenootschappen. Voor deze laatsten fungeerden de kaarten als een visuele identiteit: een etalage van hun vakmanschap en uitmuntendheid.

Ontstaan, evolutie en verspreiding

Porseleinkaarten zouden niet hebben kunnen bestaan zonder twee belangrijke uitvindingen op het gebied van de grafiek: een nieuwe druktechniek, de lithografie, gevolgd door de chromolithografie (kleurenlithografie), en een nieuw soort papier, het zogenaamde porseleinpapier.

De lithografie werd in 1797 uitgevonden door Aloys Senefelder in München. Dit vlakdrukproces was snel en zou vanaf het begin van de 19e eeuw de belangrijkste druk- en reproductiemethode worden. Wat het papier betreft: de introductie van een nieuw wit, glad en glanzend papier (Duits patent uit 1827) betekende een ware revolutie. Bedekt met ceruse, een ondoorzichtige pigmentlaag op basis van loodwit, kreeg het papier het uiterlijk van porselein - vandaar de naam. Een bijkomend voordeel was dat het papier de inkt niet absorbeerde, waardoor die op het oppervlak bleef liggen en zeer fijne afdrukken mogelijk maakte.

De porseleinkaarten verschenen vanaf de tweede helft van de jaren 1830. Hoewel ze ook in Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten voorkwamen, kenden ze in België een bijzonder groot succes. Tientallen drukkerijen en lithografen - alleen al in Brussel waren er zo’n zestig actief - zorgden een kwarteeuw lang voor de verspreiding van duizenden van deze vergankelijke kaartjes.

Geleidelijk werden de zwart-witte exemplaren vervangen door kleurenafdrukken dankzij de uitvinding van de chromolithografie. Dit leidde tot zeer verfijnde grafische ontwerpen. Bovendien werden de meest luxueuze kaarten met de hand verfraaid met goud- en bronspoeders. Daardoor is geen enkele gekleurde porseleinkaart exact hetzelfde: elke kaart is uniek.

De porseleinkaart van pianobouwer Jean-Joseph Florence

De porseleinkaart van pianobouwer Jean-Joseph Florence, geboren in Namen in 1807 en overleden in Schaarbeek in 1868, werd gedrukt door de gebroeders Carbote, lithografen werkzaam in Namen en Brussel. Ze vormt een prachtig voorbeeld van visuele communicatie in dienst van uitzonderlijk vakmanschap. Deze rijkelijk met goud versierde kaart weerspiegelt de faam van haar eigenaar en benadrukt de uitmuntende kwaliteit van zijn instrumenten.

De kaart bevat talrijke details ter promotie van zijn activiteiten. Zo zien we een realistische afbeelding van het gebouw waar klanten ontvangen werden - bijzonder waardevol in een tijd waarin de fotografie nog in haar kinderschoenen stond en de ansichtkaart nog niet bestond. Verder zijn de verschillende soorten piano’s die te koop waren afgebeeld, evenals de mogelijkheid om instrumenten te huren en de belangrijkste patenten van het merk. Ook worden de medailles vermeld die Florence ontving op de Industriële Tentoonstellingen in Brussel van 1841 en 1847. Ten slotte wijst het adres van de pianofabriek, Zavelput 2, erop dat de kaart dateert uit 1854, het jaar waarin Florence zich in de hoofdstad vestigde.

Het verval van de porseleinkaarten

De porseleinkaart kende haar grootste succes tussen 1840 en 1865. Ondanks de intensieve productie bleef haar bestaan relatief kort, wat te maken had met de ernstige gezondheidsrisico’s verbonden aan het gebruik van loodwit. Na het drukken werden de kaarten gepolijst of geborsteld, waardoor ze hun karakteristieke glans kregen. Bij dit proces kwamen microscopisch kleine deeltjes ceruse vrij, schadelijk voor de gezondheid en vooral gevaarlijk voor de drukkers zelf.

Om die reden werd het gebruik van loodwit verboden, wat rond 1865 het einde van deze techniek betekende. Nadien werden verschillende alternatieve methoden uitgetest om hetzelfde glanzende effect te bereiken, maar geen enkele kon tippen aan de schittering en verfijning van de oorspronkelijke afwerking.

Dankzij hun hoge drukkwaliteit en inventieve typografische decoraties behoren porseleinkaarten tot de meest verfijnde drukwerken van hun tijd. Ze vormen een waardevol erfgoed: naast hun esthetische aantrekkingskracht zijn ze ook een rijke bron van informatie over een belangrijk aspect van de 19e-eeuwse samenleving.

Tekst: Anne-Françoise Theys

Bibliografie

  • Bellenger, Rémy. « Papiers et cartes porcelaine », Le Vieux Papier, fascicule 434, 2019, p. 164-172
  • Bellenger, Rémy. « Le papier porcelaine et ses utilisations, une histoire oubliée », Arts et Métiers du Livre, nr. 341, 2020, p. 54-61
  • De Vos, Thierry. Chromos, les premières publicités, The first advertising cards, Le figurine, le prime pubblicità. Armonia, 2007
  • Renoy, Georges. Bruxelles sous Léopold Ier, 25 ans de cartes porcelaine 1840-1865. Crédit Communal, Bruxelles, 1979
  • Sorgeloos, Claude en Jacques Hellemans. « Pour une histoire des techniques et métiers du livre en Belgique : brevets, machines et chimie sous Léopold Ier », Cahiers du Cédic, nr. 6/8, 2016