April 2025
Fig.1

Onderste hi-hat cimbaal (zijaanzicht), Avedis Zildjian Co, Quincy (Verenigde Staten), rond 1950, inv. D2015.002.007, depot KBS
Fig.2

Detail van het merk
Fig.3

Voorbeeld van een hi-hat, Ajax, Edgware, 1950s, inv. 3976
Fig.4

Kenny Clarke en Jean Warland, zij aan zij in het orkest van Jacques Hélian, Parijs, 1956, depot KBS © M. Combes
Fig.5

Detail Kenny Clarke’s hi-hat met twee cimbalen van verschillende diameters
Fig.6

Detail Kenny Clarke’s hi-hat met twee cimbalen van verschillende diameters
Fig.7

Onderste hi-hat cimbaal, binnenkant met de markering achtergelaten door een cimbaal met een kleinere diameter
Fig.8

Detail van de handgeschreven opdracht van Kenny Clarke aan Jean Warland
Fig.9

Cover van de LP Kenny Clarke’s Sextet Plays André Hodeir, Philips, N.77.312L, depot KBS
Fig.10

Cover van de LP Kenny Clarke’s Sextet Plays André Hodeir, Philips, N.77.312L, depot KBS
Een mythisch cimbaal: de hi-hat van Kenny Clarke
Cymbalen behoren volgens de systematische classificatie van muziekinstrumenten tot de familie van de slaginstrumenten, meer bepaald tot de slagidiofonen (fig.1). Ze werden gebruikt in de militaire muziek van de Janitsaren van het Ottomaanse Rijk en waren vanaf de 18e eeuw in heel Europa in zwang. Aan het begin van de 20e eeuw staken de cimbalen de Atlantische Oceaan over en vonden ze hun weg naar de standaarduitrusting van jazzdrummers. Cimbalen uit Turkije en China waren het populairst. Vandaag de dag is Zildjian – gevestigd in de Verenigde Staten maar meer dan 400 jaar geleden opgericht in Constantinopel – een van de meest emblematische bedrijven in deze zeer gespecialiseerde sector van de instrumentenbouw (fig.2). Cimbalen, meestal gemaakt van brons, messing of andere zorgvuldig bewaakte legeringen, zijn er in een zeer breed scala van maten, vormen, diktes, namen, functies, bespeelbaarheid en sonoriteit.
De hi-hat, ook bekend als charleston, werd in de jaren 1920 een vast onderdeel van het jazzdrumstel. Het is in feite een paar cimbalen die op elkaar worden geplaatst op een as met een schuifstang en worden bediend met een pedaal (fig.3). Door dit pedaal in te drukken botsen de twee cimbalen tegen elkaar. De slag tussen de twee cimbalen kan worden aangepast aan de voorkeur van de drummer, die ze ook met de drumstokken kan bespelen. De hi-hat, met zijn continue geluid en onverwachte zachtheid, zorgt voor de ritmische puls.
In het MIM bevindt zich een hi-hat cimbaal met een nogal bijzondere geschiedenis. Het maakt deel uit van de Jean Warland-collectie, die in 2015 in het MIM werd ondergebracht dankzij de Koning Boudewijnstichting. Het behoorde toe aan Jean Warland (1926-2015), een internationaal bekende Belgische jazzbassist. In 1956 ontmoette hij de beroemde Amerikaanse drummer Kenny Clarke (1914-1985) in het orkest van Jacques Hélian (fig.4). Kenny Clarke, bijgenaamd Klook, werd toen al beschouwd als een van de meest invloedrijke drummers in de geschiedenis van de jazz, door zijn vernieuwende en moderne stijl. Hij geldt als één van de koningen van de bebop, bekroond door zijn samenwerkingen met het Modern Jazz Quartet, Art Farmer, Charles Mingus, Thelonious Monk, Donald Byrd en vele anderen. Clarke verhuisde in 1956 definitief naar Frankrijk.
Aan het einde van een sessie in Parijs in 1957 gaf de legendarische drummer Jean Warland deze onderste hi-hat cimbaal als souvenir. Hoewel de twee cimbalen van een hi-hat meestal dezelfde diameter hebben, geven sommige drummers – zoals Kenny Clarke – de voorkeur aan een kleinere topcimbaal (fig.5 & 6). Hierdoor kon hij de tweede en vierde tel met grote precisie accentueren, een kenmerk van zijn spel. In zijn autobiografie schrijft Warland: Asymmetrische cimbalen zijn een integraal onderdeel van Kenny Clarke’s legendarische geluid en ritme; ze markeren het begin van de bebop, ze waren intieme metgezellen van Miles Davis, John Birks Gillespie en Charlie Parker, The Bird!. De cimbaal van het MIM draagt de sporen van dat tijdperk, met de slijtagesporen van een kleinere topcimbaal (fig.7).
Clarke en Warland kruisten elkaars paden meermaals, met name in Kenny Clarke’s Sextet, of later in de Clarke-Boland Big Band, een befaamde bigband die begin jaren zestig werd gevormd rond de Amerikaanse drummer en de Belgische pianist Francy Boland. Maar pas in de jaren 1970, tijdens een eerbetoonconcert aan Charlie Parker georganiseerd in Keulen door de Westdeutscher Rundfunk, vroeg Jean Warland aan Kenny om het cimbaal te signeren (fig.8). Deze paar woorden (A Jean Warland avec Amour ! / to a very, very good / friend and Cymbal Buddy / from your Pal / Kenny Clarke) zijn nog steeds te zien op de cimbaal, zorgvuldig bewaard door de Belgische bassist en nu ondergebracht in het MIM, naast talloze platen van die tijd (fig.9 & 10).
Tekst: Géry Dumoulin
Bibliografie
- Géry Dumoulin, La batterie, fille du jazz et parfaite symbiose instrumentale, in Michel Mainil, Bruno Castellucci. Itinéraire d’un sideman, Brussel, Bossa Flor, 2024, p. 154-165
- Jean Warland, Bass Hits, Brussel, Le Cri, 2009
- Rainer Kind, Kenny Clarke, Brussel, Koninklijk Conservatorium (verhandeling), 1992
Audio
Jeru, Gerry Mulligan, arr. André Hodeir. Kenny Clarke’s Sextet Plays André Hodeir, 1957, Philips, N.77.312L (CD Philips 834 542-2), MIM, bibliotheek, depot coll. KBS (fonds Warland). Billy Byers (tb), Hubert Rostaing (as), Armand Migiani (bs), Martial Solal (p), Jean Warland (b), Kenny Clarke (dms)