September 2025

De didjeridu, een oertrompet
De didjeridu (of didgeridoo, didjeridoo) is een lippenriet-aërofoon, met andere woorden een trompet, die wordt geassocieerd met de Aboriginalvolkeren van Australië. Ze wordt meestal gemaakt van een eucalyptusstam of -tak die op natuurlijke wijze is uitgehold door termieten. De boring is cilindrisch of licht conisch, afhankelijk van de regio, en het bovenste uiteinde – waar de speler zijn lippen plaatst en ze laat trillen – is soms bedekt met bijenwas om de diameter van de buis te verkleinen en het spelen comfortabeler te maken. Didjeridus zijn gemaakt van natuurlijke materialen en variëren in vorm en lengte: de vijf exemplaren in het MIM zijn tussen de 83 en 132 cm lang, en geen twee zijn precies hetzelfde.
Hoewel insecten een belangrijke rol spelen bij de vervaardiging van deze instrumenten, zijn er nog steeds mensenhanden nodig om de didjeridu af te werken. Nadat de tak of stam is afgesneden, verwijdert de bouwer de schors, maakt hij de wanden indien nodig dunner en werkt hij de binnenkant glad. Er kan decoratieve verf worden aangebracht, met totemistische motieven die specifiek zijn voor bepaalde clans of individuen, of die verband houden met de spiritualiteit van de Aboriginals, met geometrische figuren en afbeeldingen van mensen of dieren.
De klank van de didjeridu wordt geproduceerd door de lippen aan de bovenzijde te laten trillen, wat een relatief laag geluid oplevert, ook wel een ‘‘bourdon’’ genoemd. De speler kan het timbre aanpassen door de vorm van de mondholte te veranderen en tijdens het spelen de stembanden te gebruiken om geluiden te produceren, zoals imitaties van dierengeluiden. Naast de bourdon kan ook een harmonische toon worden voortgebracht. Dankzij circulaire ademhaling kan een ononderbroken geluid ontstaan dat zo lang kan duren als de speler wil.
De historische oorsprong van de didjeridu is onzeker. Grotschilderingen van 1500 jaar oud leveren archeologisch bewijs, maar het gebruik ervan is waarschijnlijk veel ouder. In de spiritualiteit van de Aboriginals wordt de didjeridu in verband gebracht met de Dreamtime of droomtijd, de tijd van de voorouders. Volgens sommige geloofsovertuigingen verscheen de mens op aarde toen de Regenboogslang – Kummanggur – hen uit zijn didjeridu blies. Het instrument kreeg zo de rol van oertrompet, die aan de oorsprong van de mensheid ligt.
Het MIM-exemplaar en de verspreiding van de didjeridu
De didjeridu die deze maand in de kijker staat, maakt deel uit van een set van drie gelijkaardige instrumenten die in 1973 werden aangekocht. Ze is gemaakt van een boomtak – een soort eucalyptus – die relatief cilindrisch, onregelmatig en vrij kort was. Twee witte banden, omlijst door zwarte banden met patronen, sieren de boven- en onderzijde van het instrument. Deze decoraties verwijzen vermoedelijk naar de clan van herkomst en zijn waarschijnlijk afkomstig uit het oostelijke deel van Arnhem Land, in het Northern Territory. In dit gebied, waar het Yolngu-volk de didjeridu yidaki noemt, zijn de instrumenten voornamelijk cilindrisch van vorm, terwijl ze verder naar het westen vaak conisch zijn (Joris 2012). Didjeridus bestaan ook in bamboe en tegenwoordig in veel alternatieve materialen, waaronder synthetische.
Tot de jaren 1970 was de didjeridu buiten Australië vrijwel onbekend en weinig gedocumenteerd, maar sindsdien heeft het instrument geleidelijk de wereld veroverd. Het werd omarmd door de Angelsaksische tegencultuur, waaronder de hippies die het ‘didge’ noemden, en gebruikt in pop- en rockmuziek. Met de opkomst van de belangstelling voor wereldmuziek verwierf het vervolgens wereldwijde bekendheid. Tegenwoordig geldt de didjeridu als symbool van de Aboriginalcultuur in heel Australië en zelfs wereldwijd. Toch kwam hij oorspronkelijk enkel voor in het noorden van dit continent, voornamelijk in Arnhem Land.
De term didjeridu is een moderne, klanknabootsende benaming, ontstaan uit de manier waarop niet-Aboriginal luisteraars het instrument hoorden. Het wordt uitsluitend door mannen gespeeld tijdens rituelen en begeleidt meestal een of meer mannelijke zangers. Tijdens ceremonies worden percussie-instrumenten gebruikt in combinatie met de didjeridu, of slaat de speler rechtstreeks op zijn instrument. Hij kan ook dansers en danseressen begeleiden bij meer informele en feestelijke gelegenheden. De organische, rauwe klank van de didjeridu geeft een authentiek gevoel van verbondenheid met de aarde en wordt soms zelfs voor therapeutische doeleinden gebruikt.
De didjeridu, die deze maand naast zijn verre Europese neven te zien is, kan worden ontdekt in het MIM in de vitrine van de verdieping Tradities in de wereld.
Tekst: Géry Dumoulin
Bibliografie
- Alice M. Moyle, “The Australian didjeridu: A Late Musical Intrusion”, World Archaeology, vol. 12, no. 3, Archaeology and Musical Instruments (Feb., 1981), pp. 321-331
- Karl Neuenfeldt, The didjeridu: from Arnhem Land to internet, Londen; Parijs; Rome; Sydney, Perfect Beat, 1997
- Dirk Schellberg, Le didgeridoo: origine rituelle et techniques, Havelte, Binkey Kok, 2000
- Frank Herreman, Océanie : signes de rites, symboles d’autorité, Brussel, ING Fonds Mercator, 2008
- Michael Atherton, Musical instruments and sound-producing objects of Oceania: the collections of the Australian Museum, Bern, Peter Lang, 2010
- Denis Joris, Organologie océanienne : étude de la collection d’Océanie du Musée des instruments de musique de Bruxelles, Luik, Université de Liège (master in kunstgeschiedenis en archeologie, musicologie), 2012
- Peter Holmes, “Didgeridoo”, in Trevor Herbert, Arnold Myers, John Wallace (eds.), The Cambridge Encyclopedia of Brass Instruments, Cambridge, Cambridge University Press, 2019, p. 146-148
- Before time began: naar de oorsprong van de hedendaagse aboriginal kunst, Milaan, 5 Continents Editions, 2021, tentoonstellingscatalogus