De Indische musicoloog Sourindro Mohun Tagore (1840-1914) behoorde tot de Pathuriaghata-tak van de familie Tagore en droeg de eretitel raja, verleend door het Britse Rijk. Hij was een prominente vertegenwoordiger van de Bengaalse Renaissance in het laatste kwart van de 19e eeuw. Als musicoloog richtte hij zich op het herwaarderen van het Bengaalse muzikale repertoire, onder meer door bepaalde concepten uit de Sanskriettraditie nieuw leven in te blazen. Vanaf 1870 stichtte hij muziekscholen, schreef talrijke theoretische werken, componeerde stukken die zijn persoonlijke visie op de Hindoemuziek...
De Indische musicoloog Sourindro Mohun Tagore (1840-1914) behoorde tot de Pathuriaghata-tak van de familie Tagore en droeg de eretitel raja, verleend door het Britse Rijk. Hij was een prominente vertegenwoordiger van de Bengaalse Renaissance in het laatste kwart van de 19e eeuw. Als musicoloog richtte hij zich op het herwaarderen van het Bengaalse muzikale repertoire, onder meer door bepaalde concepten uit de Sanskriettraditie nieuw leven in te blazen. Vanaf 1870 stichtte hij muziekscholen, schreef talrijke theoretische werken, componeerde stukken die zijn persoonlijke visie op de Hindoemuziek weerspiegelden, en ontwierp soms een eigen muzieknotatie. In dit kader liet hij ook vele muziekinstrumenten bouwen, die hij samen met zijn publicaties en vertalingen schonk aan een veertigtal regeringen en instellingen wereldwijd. Deze ensembles – waarin nationalistische en koloniale, traditionalistische en modernistische, artistieke en politieke elementen samenkomen – worden vandaag in musea over de hele wereld bewaard.
De verzameling instrumenten, boeken en partituren die Raja Tagore naar België stuurde, behoort tot de meest opmerkelijke ter wereld. Ze was het resultaat van een schenking aan Leopold II (1835-1909) in 1876, die de collectie kort daarna overdroeg aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel. Samen met de verzameling van François-Joseph Fétis (1784-1871) vormden de instrumenten van Raja Tagore de basis voor de oprichting van het Musée Instrumental, de voorloper van het MIM. Deze schenking van circa honderd instrumenten speelde bovendien een sleutelrol bij de ontwikkeling van de eerste wetenschappelijke classificatie van muziekinstrumenten door Victor-Charles Mahillon (1841-1924), de eerste conservator van het museum.
Tot aan zijn dood onderhield Raja Tagore een correspondentie met Mahillon: Tagore stuurde hem zijn recentste werken en instrumenten – waaronder een speeldoos die acht van zijn composities reproduceert (inv. 1946) – terwijl Mahillon op zijn beurt informatie vroeg over de Indische muziektradities.
