Draailier

De draailier speelde vroeger dansmuziek en ze begeleidde rondtrekkende, vaak blinde bedelzangers. Ze is samengesteld uit een klankkast die voorzien is van een wiel, snaren en een reeks toetsen. Het wiel wordt aan het draaien gebracht met een zwengel en wrijft over de snaren zoals een strijkstok. De toetsen op de hals staan in verbinding met rechtopstaande tangenten die het trillende gedeelte van de snaren kunnen verkorten om de toon te veranderen.

Deze draailier is in meerdere opzichten merkwaardig. De klankkast heeft de vorm van een cello. Dat is zeldzaam bij West-Europese draailieren, die meestal ovaal of driehoekig zijn, of de vorm hebben van een gitaar. De hals is uitzonderlijk lang en uitgerust met bijzonder veel toetsen. Ten slotte zijn er aan weerszijden van het wiel sporen van vroegere klankgaten te zien. Ze doen vermoeden dat het instrument gebouwd is met hout dat afkomstig was van een ouder instrument.